Niet zonder risico’s

Elektrisch rijden brengt verkeersrisico’s met zich mee. Uit onderzoek blijkt dat elektrische auto’s vaker betrokken zijn bij ongevallen met voetgangers dan benzine- of dieselauto’s. Zo horen fietsers en voetgangers deze auto’s vaak niet of nauwelijks door het ontbreken van motorgeluid. Dit geldt zowel voor de volledig elektrische auto als voor de hybride uitvoering, waarbij de elektromotor alleen wordt aangesproken bij lage snelheden. Vanaf 2021 worden nieuwe modellen verplicht uitgevoerd met een zogeheten Acoustic Vehicle Alerting System (AVAS). Dit systeem zorgt voor een herkenbaar geluid bij lage snelheden lager dan 20 km/u.

Een ander risico is dat elektrische voertuigen sneller optrekken dan regulieren voertuigen. Mede door het ontbreken van geluid kan dit zorgen voor schrikreacties en gevaarlijke situaties, onder andere bij het manoeuvreren en achteruitrijden op partkeerterreinen. De bestuurder van een elektrisch voertuig moet hier alert op zijn. Een achteruitrijcamera geeft de bestuurder extra zicht en sensoren kunnen helpen langslopende voetgangers waar te nemen. Het toevoegen van een akoestisch signaal bij het achteruitrijden is zeker voor bestelauto’s en kleine vrachtwagens in de binnenstad aan te raden.

Tot slot is elektrisch rijden nieuw voor veel bestuurders en blijkt dat zij vaak moeten wennen aan het rijden met een elektrische auto. Dit blijkt bij te dragen aan een hogere schadefrequentie tijdens de eerste kilometers elektrisch rijden. Dat betekend dus extra alertheid en bewustzijn van de risico’s. De in elektrische auto’s vaak aanwezige rijhulpsystemen, ook wel ADAS genoemd, zijn daarbij handige hulpmiddelen om de rijstijl te verbeteren. Het juiste gebruik van deze systemen hangt volledig af van het gedrag van de bestuurder. Sluit het gebruik van de autopilot uit en houd beide handen aan het stuur!

Actieradius

Elektrische auto’s hebben op dit moment een actieradius tussen de 80 en 480 km. Dat betekent dat de bestuurder de reis goed moet afstemmen en onderweg slim moet laden. Het weer is daarbij een belangrijke factor. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het gebruik van de airco bij warm weer, luchtweerstand bij harde wind of een lagere accucapaciteit bij lage temperaturen. De meeste elektrische auto’s geven tijdig en regelmatig de resterende actieradius door, dus houd dat goed in de gaten. Mocht het voertuig toch stranden door een lege batterij, dan moet deze geborgen worden. De kosten voor het wegslepen zijn dan in de meeste gevallen voor eigen rekening. Zoek in elk geval een rustige plek om gevaarlijke situaties te vermijden en bel de hulpdiensten.

Hogere massa

Elektrische voertuigen hebben een hogere massa waardoor de impact bij een ongeval hoger kan zijn. Van voertuigen die van verbrandingsmotor naar elektrische aandrijving worden omgebouwd, kunnen de rijeigenschappen wijzigen door deze hogere massa. Onder andere remmen, besturing en vering zullen hierop mogelijk aangepast moeten worden. Daarbij zou het voertuig instabiel kunnen worden als gevolg van een gewijzigde gewichtsverdeling door het batterijpakket.

De hogere massa van een elektrisch voertuig zorgt ook voor snellere bandenslijtage. Regelmatige controle op profieldiepte, beschadigingen en bandendruk zijn dan ook belangrijk. Vervang banden minstens eens in de vijf jaar.

Bij het blussen van een brandend voertuig kan de lithium batterij exploderen door toevoeging van water en bestaat er een gevaar voor elektrocutie. Ook kan de batterij beschadigd raken bij een aanrijding of bijvoorbeeld bij onderhoud of reparatie door een ondeskundige onderhoudsmonteur.

Schadeherstel moet altijd bij een NEN9140 gecertificeerd reparatiebedrijf uitgevoerd worden om de kans op beschadigingen aan de batterijen zoveel mogelijk te verkleinen.

Brandstofcellen

Ook voertuigen met een brandstofcel, waarin waterstof wordt omgezet in elektriciteit, komen steeds meer op de markt. Medewerkers van bedrijven die werkzaamheden verrichten aan deze voertuigen moeten worden opgeleid om de risico’s van het werken met brandstofcellen te begrijpen. Hun werkgevers moeten ook duidelijke instructies geven over hoe ze in noodgevallen moeten handelen. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat werkzaamheden aan brandstofcellen bij voorkeur buitenshuis worden uitgevoerd. Lage daken, overhangende structuren en afdaken moeten worden vermeden. De verwijdering van alle ontstekingsbronnen is daarbij essentieel. Denk bijvoorbeeld aan elektrische apparatuur, statische elektriciteit, bliksem of roken. Een gerichte en gedetailleerde risicoanalyse zal helpen om de risico’s vast te stellen en effectieve maatregelen te bepalen om het risico te beperken.

Veiligheid in het verkeer vergroten

De bestuurder van een elektrisch voertuig moet zich bewust zijn van de bijhorende risico's. Om een actieve bijdrage te leveren aan de veiligheid van elektrische voertuigen kan de bestuurder bijvoorbeeld:

- altijd richting aangeven;

- rolgeluid produceren door met de banden de wegbelijning te raken (bijvoorbeeld bij mist)

- ruim voldoende afstand houden;

- ook overdag verlichting inschakelen;

- alleen de originele laadkabels gebruiken om kortsluiting te voorkomen.